On Life

Op een heuvel in Ibiza – fragment 1

Het regende, zoals op bijna iedere dag de afgelopen maand, toen ik in Parijs in de Orly-bus stapte op weg naar het vliegveld. De echtparen, vriendinnen en luidruchtige Italianen die de bus bevolkten, leken zich er niet aan te storen. Voor wie op weg is naar huis of een vakantiebestemming doet het weer er niet toe.
De hectiek waarop ik me had voorbereid – de rijen, het gedrom, de paniekerige haast van onervaren reizigers – bleef uit. Deze avond in juli liet zich niet kennen. Op tijd en zonder overboekingen gingen wij de lucht in.
Tijdens de overstap in Barcelona, voelde ik mij direct ontheemd. Voor het eerst sinds een lange tijd was ik in een land waar ik de taal niet sprak. Met Engels, Frans en Duits kom je een eind in de wereld, tot in het Caribisch gebied en Afrika. Hongerig en stom geslagen wees ik naar een broodje met manchego in de vitrine. Par favor. Er volgde een vraag, die ik verstond als ‘Eet je het hier op of neem je het mee?’ en ik herhaalde fonetisch de tweede optie. Het broodje werd voor mij in folie verpakt. Vervolgens durfde ik er nog aan toe te voegen ‘aqua sin gaz, par favor’. Geen idee of dat Spaans is of een verbasterd Italiaans, maar hij begreep het.
Tijdens het inchecken kreeg ik een preview van het Ibiza dat ik uit de verhalen ken. Drie gebruinde, gespierde jongens, van eind twintig, staan in strakke T-shirts en shorts op teenslippers voor me. Ze ruiken sterk naar goedkope aftershave. Af en toe draaien ze hun hoofd naar me om, maar ik vermijd oogcontact, want ik heb onmiddellijk gevoeld dat een blond meisje dat alleen reist een prooi is. Ze zullen er niet erg onder geleden hebben, want twee Engelse meisjes iets verderop doen er juist alles aan om gevangen te worden. Ze giechelen, wijzen en kijken terug – dit alles in rokjes die tot net over hun billen komen en topjes die hun lovehandles bloot laten. Het contact is gelegd voordat ze aan boord gaan en bij aankomst in Ibiza hoor ik ze een afspraak maken om elkaar diezelfde nacht nog te treffen.
Ik word opgehaald door D en zijn engineer en om twaalf uur ontmoeten we de Amerikaan Henry, die een studio op het eiland runt en overal een vip-kaart heeft. We gaan aan tafel in BamBuddha, een restaurant met bamboebossen, masseuses en een tweelingbroer van Hugh Hefner als eigenaar. Drie uur later, vol champagne, sushi, zeewiersalade, gamba’s en steak rijden we naar huis. Het was een warm welkom.

PS Ik ben weer terug in Parijs en heb nu pas internet. Jullie krijgen de verleden tijd als het heden opgediend.

2 Comments