Publications

Filosofiekalender 2008 (12)

‘No one can say where a book comes from, least of all the person who writes it.’ (Paul Auster, Leviathan , 1992)

In Leviathan vertelt de schrijver Peter Aaron het bizarre verhaal van zijn vriend Benjamin Sachs. Twee FBI agenten proberen uit te vinden wat er gebeurd is en Aaron voert een race tegen de klok: hij wil zijn boek schrijven en alles uitleggen voordat de politie de puzzel oplost. Aaron heeft zijn speurwerk nauwgezet gedaan en blijft er toch op wijzen dat hij niet garant staat voor de waarheid. Hij baseert zich op de verhalen die hem door Sachs en vrienden verteld zijn en de verhalen spreken elkaar nog wel eens tegen.
Een belangrijk bewijsstuk in de theorie van Aaron is het romandebuut van Sachs. Hij ziet verbanden tussen de fictieve vertelling en de realiteit. Als Aaron zijn vriend Sachs met deze verbanden confronteert, ontkent de auteur iedere samenhang. Aaron besteedt er geen aandacht aan. Niemand weet hoe boeken ontstaan en vooral de auteur zelf niet. De betekenis van een boek dringt pas door als het gelezen wordt.