Schrijvende man
Sinds kort is mijn man ook schrijver. Dat ging natuurlijk niet van de ene op de andere dag, maar aangezien mijn man zijn aandacht niet kan splitsen, was de overstap toch vrij radicaal.
Jaren geleden, nog voordat ik hem ontmoette, heeft hij al eens een roman geschreven. Een roman van vijfhonderd pagina’s die in een la terecht kwam. Hij schreef ook twee scenario’s met een bevriende auteur, die bovenop die roman kwamen liggen. En toen kreeg mijn man het weer zo druk met zijn muziekproducties dat er van schrijven niets meer terecht kwam.
Toch was het verlangen nooit weg, want steeds als hij mij zag schrijven of met mij sprak over mijn werk, was hij jaloers. Ik probeerde hem er regelmatig van te overtuigen minder hard te werken en tijd vrij te maken om te schrijven, maar mijn man laat zich niet gemakkelijk overtuigen. Er moest geld verdiend worden. Schrijven was een luxe. Bovendien had hij vrij weinig te zeggen, vond hij.
Zo ging dat jaren, totdat er een regisseur op ons pad kwam, die wel brood zag in mijn man. Inmiddels hebben ze twee nieuwe scenario’s geschreven, waarvan er een in productie is en de ander door het filmfonds wordt gesponsord. En nu is mijn man dus schrijver. Hij neemt de telefoon niet meer op voor muzikanten en luistert niet meer naar platenmaatschappijen die hem nodig hebben. Vanaf nu geldt in ons huis maar één wet: die van de fictie.