Citaat 68

Hermann Hesse
Een mens die zichzelf probeert te verwerkelijken door middel van de begaafdheden die hij van nature heeft meegekregen, doet het meest verhevene en het enig zinvolle waartoe hij in staat is.

(Narziss en Goldmund, 1930)


Narziss en Goldmund ontmoeten elkaar als ze jong zijn voor het eerst op een kloosterschool. Ze zijn er van overtuigd dat ze hun leven willen wijden aan God en filosofie. Narziss is iets ouder en zeer bekwaam in het aanvoelen van anderen en het ontcijferen van hun ziel. Hij weet dat zijn vriend Goldmund niet in de wieg is gelegd om monnik te worden en deelt die kennis met hem.
Goldmund is eerst beledigd: is hij niet vroom of slim genoeg? Narziss legt uit dat Goldmund in staat is voor denker en asceet te spélen, maar dat zijn werkelijke roeping anders is. Goldmund houdt niet van begrippen, maar van beelden, hij is een kunstenaar.
Niet lang daarna verlaat Goldmund het klooster en leert hij de zinnelijke wereld kennen. Hij slaapt met talloze vrouwen, zwerft rond en leert beeldhouwen. Als hij, geïnspireerd door een voorstelling in zijn hoofd, zijn eigen handen een subliem beeld ziet maken, weet hij dat Narziss gelijk heeft. Hij kan zichzelf verwerkelijken zonder anders te zijn dan hij is: hij kan zijn natuurlijke gaven inzetten om zijn weg te vinden.


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat