Uncategorized

Filosofiekalender 2009 (8)

‘Hij was een oude man die alleen in een skiff in de Golfstroom viste en er waren vierentachtig dagen voorbijgegaan waarin hij geen vis had gevangen.’

Ernest Hemingway in The old man and the sea (1952)

In de novelle die hem volgens sommigen zijn welverdiende Nobelprijs opleverde, vat Hemingway in zijn beginzin het bestaan van een Cubaanse visser samen. Een man is oud en alleen en al bijna drie maanden heeft hij geen vis gevangen. Op de vijfentachtigste dag vangt de oude visser de grootste vis uit zijn leven en blijft hij dag en nacht op om deze marlin aan zijn boot te binden. Uiteindelijk verliest hij de vis aan de haaien voordat hij hem de haven in kan loodsen.
Zonder woorden vuil te maken aan ingewikkelde gedachten of dubbelzinnige emoties, schrijft Hemingway een existentiële roman. Het verhaal kan gelezen worden als het verhaal van ieder menselijk leven: een man heeft het talent en de inzet om grote dingen te doen en om van nog grotere dingen te dromen. Hij zet zijn intelligentie in om die dromen na te jagen, maar de realiteit is onbuigzaam: soms moet een mens juist zijn dromen opgeven om te kunnen overleven.