Only in Dutch

De perfecte dag

Gisteren hoorde ik iemands beschrijving van de perfecte dag. ‘Een café au lait sippen op een terras met een krantje erbij, dan langs de Seine wandelen en een boek kopen dat ik niet nodig heb, vervolgens een paar uurtjes door Musée Picasso dwalen en daarna in een bistrot neerstrijken om een fles Bourgogne te bestellen.’

Tja, dacht ik, dat is inderdaad een verdomd fijne dag die ik hier zeven maal per week aan me voorbij laat gaan. Steeds maar weer achter die computer, schrijven aan een nieuwe roman – moest ik niet eens van mijn stad gaan genieten?

Vanmorgen polste ik mijn echtgenoot, of hij geen zin had in een dagje uit in Parijs?
Hij keek gealarmeerd op. ‘Waar wil je naar toe?’
‘Maakt niet uit,’ zei ik, ‘als het maar niet het park is, want daar zijn we iedere dag al.’

‘Goed,’ zei hij en dacht na. ‘Misschien kunnen we beginnen in Musée d’Orsay. Je weet hoe ik van rijen houd en daar staan ’s ochtends altijd de langste. En als we dan na anderhalf uur binnen zijn, hoeven we niet eens een route uit te stippelen: de massa zal ons zo van de ene zaal naar de andere vervoeren. Daarna kunnen we naar de Eiffeltoren – of beter, naar de top van de toren van de Notre Dame. Kunnen we gelijk zo’n Bertillon ijsje eten op het eiland, daar waar de wachttijd minstens een half uur is, want ijsjes waarop je moet wachten zijn nu eenmaal lekkerder. ’s Middags kunnen we dan de Marais in, naar overvolle terrassen kijken en ons in de drukte laten rollen – hoewel we daarvoor natuurlijk ook Quartier Latin in kunnen gaan. Tot slot wil ik dan zo’n boottocht over de Seine, liefst met een diner erbij, zodat we daarna alleen nog likeurtjes van twintig euro per stuk op het terras van Les Deux Magots hoeven te drinken. Lijkt dat je wat?’

Ik zuchtte. Het was augustus en de stad was niet van ons. Vandaag moest het dus maar weer zo’n perfecte dag worden van schrijven en schrijven en een paar uur lezen in het park.

3 Comments