Uncategorized

Andalusië (5) – Colonne Puntmutsen

De afgelopen jaren heb ik veel in Europa gereisd met een toenemend gevoel van vervreemding. Op het eerste gezicht lijkt alles vertrouwd. Er is brood en wijn, er zijn hotels en restaurants en zelfs als je de taal niet spreekt, red je je wel, omdat Europese idiomen nu eenmaal veel op elkaar lijken en iedereen wel een paar woorden buitenlands spreekt.
Zodra je beter kijkt, langer blijft of uit het toeristenmilieu stapt, begint de verwarring. Waren de Moorse paleizen van Alhambra tot Alcazar al verrassend en begreep ik weinig van de liefde voor stierengevechten of flamenco, mijn verbazing sloeg alles toen de katholieke processies op Palmzondag van start gingen.
We waren gewaarschuwd, dat wel, maar niets had mij kunnen voorbereiden op de massa’s mensen, de eindeloze rijen gelovigen en de angstaanjagende symboliek. Kuddes Spanjaarden, op hun paasbest gekleed, waren uitgelopen om de verschillende religieuze broederschappen te verwelkomen en aan te moedigen, want de kern van processie bestond uit loodzware houten kisten, pasos genoemd, waarop afbeeldingen van heiligen stonden of complete taferelen over de kruisiging, en die kisten werden door een groep costaleros gedragen, wat een helse, vergeef me het woord, onderneming bleek te zijn. De processies gingen vaak traag voorbij, omdat de dragers tijd nodig hebben om te rusten, te eten en drinken en elkaar af te wisselen. Voor en achter de kisten liepen colonnes kinderen en volwassenen in jurken en puntmutsen, een kledij die buiten Spanje beter bekend is als die van de Ku Klux Klan – de Spaanse Katholieke kerk zal niet erg te spreken zijn geweest over het feit dat deze racistische groepering uitgerekend de puntmuts verkozen heeft tot zijn symbolische kledingdracht.
De processie waarvan hieronder foto’s staan, vond overdag plaats en was in vergelijking met wat er die avond volgde beperkt. Niet wetend wat ons te wachten stond, verlieten wij rond achten het hotel om twee vrienden in een nabijgelegen deel van de stad te ontmoeten, maar het was onmogelijk onze wijk te verlaten. Het stadsdeel was hermetisch afgesloten door massa’s mensen die de processie, die via de nauwste straten onze wijk binnentrad, te bekijken. Uiteindelijk gaven we onze pogingen om te ontsnappen op en probeerden in het beschaafde feestgedruis op te gaan. Nooit voelde ik mij meer een buitenstaander in Europa dan die nacht.