Citaat 57

Etty Hillesum
De ene mens mag de andere nooit tot het middelpunt van z’n leven maken.
(De nagelaten geschriften van Etty Hillesum 1941-1943, 1986)


Etty Hillesum waardeert haar onafhankelijkheid en heeft tegelijk de neiging zich aan anderen over te geven. Ze heeft zo’n sterke band met haar mentor en geliefde, Julius Spier, dat ze zichzelf er vaak aan moet herinneren dat een ander mens nooit het centrum mag zijn van jouw leven. Ieder mens moet op zichzelf een wereld zijn, zodat je geen krachten van anderen gebruikt om jezelf staande te houden. Het leven moet de bron zijn van jouw energie en niet een ander. Je mag elkaar helpen en samen dingen ondernemen, maar uiteindelijk moet je elkaar weer vrij laten. Etty Hillesum schrijft dat er met name nog veel vrouwen zijn, die zich te sterk aan een man binden en daarom kansen mislopen. De man tot het middelpunt maken is ‘zo verdraaid en onnatuurlijk als het maar kan.’


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat