Citaat 30

Sigmund Freud
'Hoe ben ik op deze onzinnige hypothese gekomen, terwijl iedere getuige ontbreekt?'
(Das Unbewusste, 1915)


Freud ontwikkelt op basis van het gedrag van zijn patienten een theorie die verklaart wat wij een 'trauma' noemen. Als we nare ervaringen hebben, waar we liever niet aan herinnerd worden, proberen we deze te verdringen naar het onbewuste.
Maar Freud gelooft, dat er ook ervaringen zijn, die zo'n grote schok teweeg brengen, dat ze niet door de ontvanger verdringd kunnen worden: de ervaring is al verdrongen, voordat het geregistreerd kan worden. Het opname-apparaat van de ontvanger was niet 'aufnahme-fähig', het kon niet waarnemen dat er een schok binnenkwam en het weet niet dat deze schok zich vervolgens onzichtbaar schuil houdt. Dit is het ontstaan van een trauma. Er is een gebeurtenis, zonder reactie. Later zal de stille gast wel van zich laten horen en dan is er een reactie zonder directe aanleiding: het trauma zal zich openbaren.
Het paradoxale van deze theorie is dat niemand volgens Freud van een trauma kan getuigen: volgens de ontvanger is er namelijk nooit iets gebeurd of geregistreerd. De primaire verdringing is voor niets of niemand zichtbaar. De ontvanger is zich niet van een probleem bewust! Freud vraagt zich dus terecht af hoe hij op een hypothese komt, die nooit via getuigen getoetst kan worden.


terug naar overzicht citaten
vorige citaat
volgende citaat